Alanna’s vader heeft Alzheimer. En dat betekent dat zij een grotere kans heeft het ook te krijgen.
Voor haar is het duidelijk: als ze niet kan voorkomen dat ‘het monster’, zoals ze het zelf noemt, haar te pakken krijgt, dan wil ze in ieder geval zo lang mogelijk gelukkig, actief en vriendelijk zijn. Ze bereidt zich daarom vast voor op het krijgen van de ziekte.
Alzheimer hebben is vreselijk, en zien hoe je vader, moeder, buurvrouw, patiënt langzaamaan verder wegzakt is erg pijnlijk. Nu zijn er boeken vol geschreven over de manier waarop je wel en niet om moet gaan met patiënten die Alzheimer hebben. Bijvoorbeeld niet zo maar reageren met een “maar uw moeder is al 20 jaar dood!” of “weet u écht niet waar de kinderen wonen?”. Maar zorg op maat per oudere blijft een moeilijk punt. Hoe doe je recht aan iemands jarenlange bezigheden, ervaring en voorkeuren terwijl die persoon eigenlijk steeds minder kan?
Bij Alanna’s vader – een oud-professor aan de universiteit – hebben de zusters iets bedacht dat hem ook op latere leeftijd nog het idee gaf nuttig te zijn en dat paste bij zijn mentale staat: ze lieten hem formulieren invullen. Vakjes aanvinken, handtekeningen zetten, cijfers invullen – dat soort werk. Wat een schitterend idee! Door te kijken naar zijn vorige werkzaamheden en zijn hobbies – en ongetwijfeld met wat hulp van de familie – hebben zij ‘werk’ voor hem gevonden dat hem gelukkig maakt. En dus een fijnere persoon om op visite te komen en een prettiger patiënt om te helpen. Een mooi voorbeeld van een win-winsituatie waar een kleine inspanning, namelijk er achter komen wie iemand werkelijk is, leidt tot een substantiële verbetering in kwaliteit van leven.
Welke activiteiten zou jij bedenken voor je vader of moeder wanneer die Alzheimer krijgt? En: hoe gaat jouw afdeling om met activiteiten voor Alzheimerpatiënten? Geef je reactie hier onder!