Vorige week donderdag was ik aanwezig bij het Symposium Gemeenschappelijk Wonen Oudere Migranten, georganiseerd door Stichting het R.C. Maagdenhuis, Coalitie Erbij, Aedes-Actiz Kenniscentrum Wonen Zorg en Activ-Age. Schuin voor me zat een van de hoofdpersonen uit het boek dat werd gepresenteerd: ‘Verhalen van Veerkracht, Oudere migranten aan het woord over gemeenschappelijk wonen, gezelligheid en gezondheid.’ Bescheiden als ze was, kwam ze, ook na herhaaldelijk verzoek van de dagvoorzitter, alleen naar voren als ze door degenen die naast haar zaten werd gepusht. Deze oudere dame woont in een woongroep voor Chinese ouderen in Amsterdam. Ze houdt van Nederland, maar in de woongroep voelt ze zich veilig, kan ze haar eigen taal spreken, samen naar de markt, samen koken en eten.
Wat is een woongemeenschap voor ouderen?
Een woongemeenschap is een project van zelfstandige woningen met tenminste één gemeenschappelijke ruimte. Er is bereidheid tot gezamenlijk deelnemen aan activiteiten en verlenen en accepteren van hulp. De bewoners vormen samen een vereniging. De leden hebben samen de verantwoordelijkheid over het project en besluiten samen wie als nieuwe bewoner wordt toegelaten. De Landelijke Vereniging Gemeenschappelijk Wonen van Ouderen (LVGO) bevordert en ondersteunt het gemeenschappelijk wonen van ouderen (50+). Ouderen die in woongemeenschappen leven, kunnen langer zelfstandig blijven wonen dan wanneer ze helemaal zelfstandig wonen.
Ouderen in woongemeenschap gebruiken minder zorg
Door samen te wonen stellen ouderen (toekomstige) zorgbehoeften uit. Ouderen die in een woongemeenschap wonen, hebben minder behoefte aan professionele zorg. En ze voelen zich minder eenzaam dan ouderen die alleen wonen (KCWZ). Een woongemeenschap biedt de mogelijkheid om zelfredzaam te zijn, elkaar te ontmoeten en te helpen. Zorg voor elkaar is belangrijk, ook als de groep verandert en er nieuwe bewoners bijkomen. Daarom is het actief betrekken van degenen die op de wachtlijst van de woongemeenschap staan van groot belang voor de samenhang van de groep in de toekomst.
Niet alleen maar voordelen
Natuurlijk heeft het gemeenschappelijk wonen ook zijn uitdagingen. Spanningen tussen het op jezelf zijn en deelnemen aan activiteiten, tussen eigen mening en groepsbesluit en tussen groepsleden onderling, horen erbij. Het deelnemen aan een woongemeenschap moet een bewuste keuze zijn van de oudere zelf. Met behoud van zelfstandigheid en privacy kiest men voor het lidmaatschap van een groep die functioneert volgens afspraken die door de groepsleden zelf worden bepaald en waaraan alle leden van de groep zich dienen te houden (LVGO).
Oudere migranten
Hoe ouder men wordt, hoe meer men verlangt en terugvalt op oude gebruiken, geuren, gerechten en de taal waar men mee is opgegroeid. De meeste oudere migranten willen in Nederland oud worden. Met name de behoefte om nabij kinderen en kleinkinderen, vrienden en familie te wonen, terug te kunnen vallen op goede gezondheidszorg en niet een (nieuw) bestaan op te hoeven bouwen in het land van herkomst, bepalen deze keuze. Een kleinere groep oudere migranten verkiest het pendelen (heen- en weer reizen tussen Nederland en land van herkomst) of wil oud worden in het land van herkomst.
Voor migranten die in Nederland oud willen worden kan een woongemeenschap de ideale woonvorm zijn. Dit is de manier om met mensen met eenzelfde culturele achtergrond en zelfde moedertaal samen te leven, deel te nemen aan activiteiten en een gemeenschappelijke ruimte te delen. De termen ‘vrijwilligerswerk’ of ‘mantelzorg’ zijn voor veel oudere migranten ingewikkeld. Het is vanzelfsprekend dat je elkaar helpt, vooral als je met elkaar woont, elkaars hulp kan vragen en makkelijk met elkaar in contact kan komen.
Nederland kent momenteel zo’n 60 woongemeenschappen van oudere migranten. Woonsaem, het Kenniscentrum Gemeenschappelijk Wonen Oudere Migranten, adviseert en informeert oudere migranten en organisaties over (het opzetten van) woongemeenschappen.
De toekomst van woongemeenschappen
Een woongemeenschap is maatwerk, elke groep heeft haar eigen wensen en behoeften. Er zijn in Nederland ongeveer 250 woongemeenschappen van ouderen. Doordat corporaties minder geld hebben om nieuwe projecten te realiseren, is het lastiger geworden om nieuwe woongemeenschappen op te richten. Een ander punt van aandacht is dat veel ouderen die graag in een al bestaande woongemeenschap willen gaan wonen dat niet mogen, omdat ze voor corporatiewoningen een te hoog inkomen hebben. (Volkskrant, 6 juni 2013).
De behoefte aan en de mogelijkheden van gemeenschappelijk wonen is nog weinig bekend bij gemeenten, woningcorporaties en zorg- en welzijnsaanbieders. Dit terwijl deze woonvorm voor ouderen, inclusief oudere migranten, de toekomst is. Ouderen in woongemeenschappen blijven tenslotte langer zelfstandig wonen, hebben minder behoefte aan zorg en zijn minder eenzaam.
Verbondenheid
Het symposium in Amsterdam loopt ten einde. Er wordt geborreld en gelachen. Het was een intensieve middag. Langzaam vertrekken de aanwezigen naar huis. Bij de uitgang krijgt iedereen het boek ‘Verhalen van Veerkracht’ van Kees Penninx en Yvonne Witter mee naar huis. Het boek is een harmonica, aan de verhalen en foto’s komt geen einde. Het is alsof de ouderen in het boek niet allemaal in een andere woongemeenschap wonen, maar bij elkaar, samen, vol harmonie en verbondenheid.