Gggggggrt. Gggggggrt. Gggggggrt. Als verantwoordelijk burger schep ik de sneeuw weg van mijn stoep. Ik doe het altijd graag, want het betekent dat we in ieder geval die dag met de kinderen een sneeuwpop kunnen maken. Zo vaak kan dat niet in ons natte kikkerland en ik verheug me er dus op.
Die kinderen zijn in onze buurt talrijk en dat zet me gelijk voor een dilemma. Hoe vaak heb ik niet de keurig geveegde stoepjes vervloekt omdat ik mijn kinderen moest sommeren om van de slee af te gaan en dat stuk te lopen? Of mijn zware en op de slee vastgenoerde boodschappentas los en weer vast moeten maken omdat ik ‘m niet verder trekken kon? Dus sluit ik een compromis: ik veeg mijn stoep voor de helft. De huizenkant wordt geveegd zodat ouderen en rolstoelen er ruim langs kunnen. En de straatkant laat ik ongeveegd voor ouders die hun kinderen op de slee naar school brengen.
Het is een luxeprobleem, natuurlijk. Keurig geveegde stoepjes – waar kom je ze nog tegen? Gelukkig hanteren de meeste gemeenten een voorrangsbeleid waar het gaat om het strooien en vegen in de buurten rondom bejaardentehuizen. Ook worden steeds vaker mensen die langdurig zonder baan zitten ingeschakeld om er te vegen. Hoognodig en dankbaar werk in een tijd waar de meeste mensen niet de tijd nemen om even hun sneeuwschep te pakken.
Waar het vroeger normaal was dat je je eigen stoep schoon hield en die van de buurvrouw meepakte als dat nodig was, wijzen we nu gemakkelijk naar de gemeente. De verzorgingsstaat is diep in onze denkstructuur gaan zitten en dat maakt dat we het moeilijk vinden om zelf oplossingen te verzinnen voor simpele problemen als veel sneeuwval of een losliggende stoeptegel. Sterker nog: met name lokale overheden faciliteren deze denkwijze door bijvoorbeeld hun bel- en herstellijn. Oók voor losliggende stoeptegels.
Eigen en vooral gezamenlijke verantwoordelijkheid nemen voor onze gemeenschappelijke leefomgeving is een heikel punt. Gemeenten willen graag toe naar een situatie waar iedereen verantwoordelijkheid neemt en niet voor iedere – pardon – naar de overheid wijst. Maar bij het bellen van de bel- en herstellijn of een klacht over het slecht gestrooide voetpad wordt bij mijn weten nooit de vraag gesteld of de beller het probleem zélf op kan lossen. Of misschien zijn buurman? Het blijft blijkbaar een moeilijk onderwerp.
Wat zijn jouw ervaringen in de balans tussen overheid en burger? Hoe kunnen ‘we’ een verantwoordelijke houding kweken bij onszelf en onze buren zodat we weer wat meer en actiever naar elkaar omkijken? Want de buurvrouw vindt een geveegde stoep heel fijn.