Wat de oudere niet kent, koopt ie niet….
Slimme technologie moet ouderen gaan helpen bij een plezierige en veilige oude dag in hun eigen huis. Tenminste, als het aan het ministerie van VWS ligt en aan de Europese gemeenschap. Want niet alleen in Nederland, maar ook in de rest van Europa groeit het aantal ouderen. Dat is zeker. Tegelijkertijd ziet het er naar uit dat er steeds minder jonge zorgverleners komen en zorg té duur wordt.
Om in deze toekomstige lacune te voorzien hebben 23 Europese landen het Ambient Assisted Living (AAL) Joint Programme opgezet. Doelstelling: innovatieve ICT-oplossingen ontwikkelen die bijdragen aan de kwaliteit van leven en zelfstandigheid van ouderen (www.zonmw.nl-aal). Het programma heeft inmiddels geleid tot 149 projecten waarin internationaal is samengewerkt. Bij ieder project zijn ouderen actief betrokken – een eis -, soms ook mantelzorgers of zorgprofessionals.
Wat voort soort producten of diensten kunnen die projecten straks gaan opleveren?
In de overzichtscatalogus lees ik bijvoorbeeld over het project HomedotOld, dat een soort afstandsbediening heeft opgeleverd waarmee ouderen via hun televisie kunnen beeldbellen, mailen, of foto’s delen. Handig als je aan huis gebonden bent en niets van een computer wilt weten.
Of een systeem dat ouderen met bijvoorbeeld Alzheimer of Parkinson ondersteunt bij zelfstandig wonen (ROSETTA) door geheugenondersteuning, monitoring van de leefstijl en automatische bewaking via sensoren.
Niet alleen fijn voor ouderen zelf, maar ook voor mantelzorgers of zorginstellingen geeft slimme ICT een veilig gevoel.
Kennisdelen met ouderen?
Maar wie brengt al die producten straks op de markt? Hoe weten ouderen überhaupt welke technische snufjes er in principe mogelijk zijn? Wat gebeurt er met al die kennis die is ontwikkeld binnen deze projecten?
Vanuit Nederland werken er 61 organisaties en bedrijven mee in diverse projecten. Het zijn zorg- en welzijnsorganisaties, ouderorganisaties, zoals ANBO, UnieKBO en het Nationaal Ouderenfonds. Ook AlzheimerNL doet mee. Daarnaast zijn grote en vooral kleinere MKB-bedrijven van de partij, en diverse universiteiten en kennisorganisaties zoals Vilans en TNO. Veelbelovend dus. Officieel staat er twee tot drie jaar voor om de AAL producten of diensten op de markt te brengen en zo beschikbaar te krijgen voor aanschaf en gebruik.
Als dat gaat gebeuren: prima.
Maar wat nu als deze kennis niet vermarkt gaat worden? Door het ontbreken van geld, tijd, samenwerking of interesse in het vervolgtraject?
Wie voelt zich verantwoordelijk om al die kennis uit al die projecten te delen met de groep waarvoor het allemaal bedoeld is: de oudere?
Zijn dat ouderenorganisaties en dan alleen voor hun ‘eigen’ ouderen?
Grote bedrijven die alleen winstgevende apparaten op de markt brengen?
Kennisinstellingen, die vooral in de opgeleverde kennis geïnteresseerd zijn?
Het MKB, dat wel wil, maar daarvoor (te)veel moet samenwerken?
Zorginstellingen die de kennis vooral voor hun eigen cliënten inzetten?
Of ligt hier een taak voor de overheid die deze projecten zwaar subsidieert en het programma gestart is? Wie o wie overbrugt de kenniskloof tussen Europees onderzoek en ouderen?
Deze blog is geschreven door José van Berkum. Ze is communicatiewetenschapper en gespecialiseerd in wonen, welzijn & technologie van senioren. Daarover schrijft, adviseert en onderwijst ze.
Volg haar op LI of Facebook: https://www.linkedin.com/in/anciano/ , https://www.facebook.com/Www.zorgenvoormorgen.org