Sinds kort wonen mijn ouders op fietsafstand bij ons vandaan. Ze passen nu elke woensdag op de kleinkinderen. Met veel plezier, alhoewel het af en toe lastig en vermoeiend is. Ook incidenteel staan ze klaar om in te springen. Dat maakte het voor mij mogelijk om op een donderdag naar een congres te gaan. Na afloop kregen we allemaal het boek ‘Verlossing van Schuld en Boete’. In de trein terug naar huis las ik over verschillende vormen van schuld, financieel en sociaal.
Met belangstelling las ik het artikel van Femmianne Bredewold en Lillian Linders ‘De schuldige ontvanger en de gefrustreerde gever’, over ‘de onlosmakelijke band tussen vertrouwen en wederkerigheid in zorg- en hulpverlening’. Ze vragen zich af of het inspelen op het schuldgevoel van mensen, door het voor-wat-hoort-wat principe, wel de juiste manier is om mensen in beweging te krijgen.
Liever zorg van familie dan van buren
Wederkerigheid betekent dat tegenover elke dienst een wederdienst dient te staan. De vorm van wederkerigheid is afhankelijk van de band tussen de gever en ontvanger. Voor het ruilen van geld voor een dienst of product hoeft er geen emotionele band te zijn. De emotionele band tussen gever en ontvanger bepaalt wat mensen voor elkaar willen betekenen. En in hoeverre mensen daar meteen iets voor terug willen zien. Als mensen nauw bij elkaar betrokken zijn kan ‘de schuld’ wel even blijven staan. Met het vertrouwen dat de schuld te zijner tijd vereffend wordt. Dat geldt zowel voor de ontvangen zorg van familieleden als van buren. De band en het vertrouwen bepalen in hoeverre mensen belang hechten aan de balans tussen geven en ontvangen. De emotionele band en het vertrouwen tussen familieleden is over het algemeen groter dan tussen buren. Afhankelijkheid in relaties tussen geliefden en familieleden is daardoor een minder groot probleem dan tussen buren en bekenden, die ook opgeroepen worden om hulp en zorg aan elkaar te verlenen.
Als familieleden ver weg wonen, of niet de mogelijkheid hebben om hulp te geven, zijn hulpbehoevenden aangewezen op een netwerk met wie de band en het vertrouwen minder groot is. De balans raakt verstoort en schuldgevoelens komen op.
Zelfredzaam door ondersteuning professional
Veel mensen voelen zich minder zelfredzaam als ze informele hulp krijgen, dan wanneer ze door professionals geholpen worden. Professionals worden tenslotte direct betaald voor de gegeven hulp en zorg. Doordat er in verschillende beleidsnotities op gehamerd wordt dat men ‘alleen als het echt nodig is’ een beroep mag doen op professionals wordt ingespeeld op schuldgevoelens van hulpbehoevenden. Zo krijgen hulpbehoevenden ook bij ondersteuning door professionals last van schuldgevoelens.
Positieve kant van zorg
De schrijvers van het artikel willen de positieve kant van zorg in beeld brengen. Alle mensen zullen tenslotte op enig moment zorg geven en ook ontvangen. Maar het voor-wat-hoort-wat benadering wekt alleen maar schuldgevoelens op. Het maakt dat hulpbehoevende mensen neergezet worden als schuldenaren. En dat ze liever geen hulp zoeken dan dat ze hun netwerk verder belasten. Met alle gevolgen dien.
Mochten mijn ouders straks hulpbehoevend worden, dan hoop ik dat ze geen last hebben van schuldgevoelens, als ik elke week of dag (?) op de stoep sta. Of misschien hebben ze dan al zoveel opgepast dat ik mijn schuld eindelijk kan aflossen.
Jansje van Middendorp schrijft over actuele ontwikkelingen binnen de ouderenzorg en projecten gericht op ouderen. Neem contact op.