Het Knarrenhof in Zwolle ligt er rustig bij. Ik ga op bezoek bij ‘krasse knar’ mevrouw Manny Halm, om te horen hoe het wonen in een seniorenhofje haar bevalt.
Mevrouw Halm woont hier pas vier maanden en voelt zich al redelijk thuis. “Omdat we zo’n warme zomer hebben gehad, en iedereen buiten zat, ken ik bijna iedereen van mijn hofje”. Vanuit haar kamer met achtertuintje kijkt ze uit op de gezamenlijke tuin.
Met haar 87 jaar is mevrouw Halm één van de oudere bewoners. Ze woonde eerst vlakbij, op de hoek van de straat, in een groot huis met vier slaapkamers. “Dat mis ik wel een beetje hier, de ruimte. Maar ik voelde me een beetje geïsoleerd en toen ik hoorde van dit initiatief, heb ik me ingeschreven. Ik stond op een wachtlijst, maar gelukkig kon ik hier toch terecht. Samen met mijn zoon heb ik wel eerst een gesprek gehad met planontwikkelaar Peter Prak, om te kijken of ik ook echt pas in dit hofje. Want het is wel de bedoeling dat je een beetje sociaal bent en elkaar probeert te helpen waar het kan”.
Op de plaats van het voormalige Aa-bad staan nu 48 seniorenwoningen, verdeeld over drie hofjes. De meeste bewoners zijn Zwollenaren, en de gemiddelde leeftijd is rond de 60 . Er zijn 14 huurwoningen, en drie typen koopwoningen. Inschrijven bij Vereniging Knarrenhof Zwolle kostte vijftien euro per jaar en vanaf het begin af aan liep het storm.
Van verlangen naar werkelijkheid
Dat het Knarrenhof er gekomen is, is een klein wonder. Mevrouw Halm vertelt het tijdens de koffie met een koekje.
Mevrouw Halm: “Mijn buurvrouw is Liedeke Reitsma en dankzij haar is Knarrenhof er gekomen. Zij woonde in Stadshagen, in een flatje en was op zoek naar een betaalbare laagbouwwoning voor senioren. Die ontbraken. Ze schreef in 2010 een open brief naar dagblad De Stentor en zo begon het balletje te rollen. Ze ontmoette planontwikkelaar Peter Prak en later architect Eerde Schippers. Samen richtten ze in 2013 de Vereniging Knarrenhof Zwolle op – met dank aan van Kooten & de Bie voor de naam – en begon de moeizame mars door de instituties. “Zonder de inspanningen van Liedeke Reitsma was Knarrenhof er niet gekomen. Iedereen waardeert haar dan ook erg”.
“Achteraf was het een geluk dat het crisis was, en deze grond te koop tegen een redelijke prijs”, vertelt Manny. “ Verder was er niets, geen geld, alleen een idee. De gemeente moest toestemming geven, er moest een woningcorporatie worden gevonden, er moest ontworpen, gebouwd en geregeld worden. En allemaal zonder geld, op vrijwillige basis”. In december 2017 is het allereerste Knarrenhof in Nederland een feit.
Modern naoberschap
Ook het gemeenschapshuis ’t Hofhuys is inmiddels klaar. Manny stelt voor een wandelingetje over het Knarrenhof te maken. We passeren ‘t Hofhuys. Op de deur een briefje dat er iedere woensdagochtend koffieochtend is.
“Afgelopen zaterdag is ’t Hofhuys geopend. Dat was een feestelijke opening. Ik denk wel dat ik af en toe ga koffiedrinken. Dan leer ik ook de mensen uit het andere hofje kennen. Er komen ook cursussen, die de bewoners zelf gaan organiseren, maar ik zie wel of ik daaraan mee ga doen”.
Mevrouw Halm is tevreden en wil niet meer weg. “Ik ben zelf één van de oudere bewoners, ik kan niet zo heel veel meer bijdragen, maar kan wel hand- en spandiensten verlenen als dat uitkomt. Wat ik fijn vind, is dat het contact gemakkelijk is. Mensen vragen je om koffie te drinken en zeggen dan ‘je zegt het maar als je ons nodig hebt’”.
Deze blog is geschreven door José van Berkum. Ze is gespecialiseerd in communicatie met senioren.
Volg haar op LI: José van Berkum | LinkedIn of FB: Anciano | Facebook.