Ik geloof in vooruitgang en daarmee in technologie.
Op de hand wassen hoeft niet meer, dankzij de wasmachine. Artikelen schrijven gaat sneller met een computer dan met typemachine.
Ook digitale technologie heeft, zeker in deze coronacrisis, zijn nut bewezen. Via Whatsapp of de tablet houden mensen contact, beeldschermzorg is aanvullend op fysieke zorg, boodschappen bestellen gaat via een app. Deze technologie is succesvol, omdat ze voorziet in behoeften als comfort, verbondenheid, veiligheid.
Maar welk doel dient de nieuwe corona-app? De app die er zal en moet komen. En wel snel! Voorziet de nieuwe app in een basisbehoefte?
Er bestaat op voorhand al kritiek vanuit deskundigen. Op het tempo, op de vraag of de techniek wel geschikt is. En welk probleem gaat de app oplossen?
Vanochtend keek ik daarom naar de appathon van VWS, tot in de puntjes geregisseerd. Zeven technologiebedrijven mochten hun voorstel voor een corona-app kort pitchen. Op www.publiekebeproeving.nl zijn ze terug te zien.
Bij de presentaties sprong vooral de privacy eruit. Track infection, not people was de hoofdboodschap. Geen persoonsgegevens, alleen een telefoonnummer, contact met anderen via Bluetooth. Bluetooth is te vinden bovenaan je smartphone, naast ‘wifi’ en ‘geluid’ . Het is een methode om draadloos gegevens uit te wisselen tussen twee of meer apparaten. De afstand mag niet te groot zijn, denk aan winkelende mensen of mensen in een redelijke volle trein.
Veiligheid door app?
Maakt een app het leven veiliger, had ik al gedacht. Voor mezelf en voor kwetsbare ouderen. Zeker als we het ‘gewone’ leven weer willen oppakken. De app zou moeten helpen om door te geven of je zelf besmet bent of dat je in contact bent geweest met iemand die besmet is. Onduidelijk bleef hoelang dat contact dan moet hebben geduurd. Iemand in de supermarkt, die naast je staat? Een gesprek met een collega? Maar waarom zou ik me door die melding veiliger gaan voelen? Ik heb liever dat mensen afstand blijven houden totdat er een vaccin gevonden is. Better safe than sorry.
Zelf doorgeven via de app dat je positief getest bent, vereist dát je getest bent. Die melding wordt dan verstuurd naar de Bluetooth-gebruikers die in je buurt zijn geweest en naar de GGD. En omgekeerd: als iemand in je omgeving positief getest is, meld je app dat ook. Zelfquarantaine is dan de boodschap.
‘Daar moeten dan wel voldoende testen voor zijn’, dacht ik al luisterend. En die zijn er (nog) niet. Als je je symptomen hebt gecheckt en naar de huisarts belt, adviseert hij/zij thuis uit te zieken. Maar die boodschap kennen we al: als je niest, hoest etc. blijf dan thuis. Wél kun je op de app (soms) je symptomen dagelijks invoeren, en die laten monitoren. Dat geeft wellicht een veilig gevoel.
En wat nu als je besmet bent en dat niet weet? Uit de gegevens tot dusver blijkt dat de besmetting heel verschillend kan verlopen: van mild tot ernstig. Vooral als je jong bent, heb je het vaak niet in de gaten en waarom zou je dan gaan testen? En als je al een test krijgt (alweer: welke testen dan wel?) dan ligt het aan de eigen verantwoordelijkheid om in zelfquarantaine te gaan.
‘Het maakt me wel erg afhankelijk van de die ander’, dacht ik. Méér dan nu, want de gedragsregels zijn nu in ieder geval duidelijk. Straks minder, vrees ik, omdat de app. schijnzekerheid biedt, net zoals mondkapjes. Het is jammer voor de GGD, die de app. nodig heeft om het verloop van besmettingen te monitoren. Want dat is volgens mij de achterliggende gedachte. Maar om dat voor elkaar te krijgen, moet je er als gebruiker wél wat aan hebben. En dat is volgens mij niet het geval. Gelukkig is het gebruik vrijwillig, werd nadrukkelijk gezegd.
Voor mij dus even geen app. Zorg eerst maar voor voldoende testen, dan praten we wel verder.
Deze blog is geschreven door José van Berkum. Vanuit haar adviesbureau voor communicatie (www.vbcom.nl) is ze gespecialiseerd in senioren en technologie.